Soms is het handig of gewoon leuk om ergens met de fiets heen te gaan. Het eerste idee dat de meeste mensen te binnen schiet is je hond mee te laten rennen terwijl je fietst. Veel honden kunnen dit leren en vinden het geweldig. Maar er zijn redenen om je hond niet langs de fiets te nemen. Waar moet je op letten, hoe bouw je het op en wat zijn de alternatieven.
De meningen over de minimale leeftijd om te beginnen met fietsen verschillen nogal. Aan de ene kant is fietsen, indien goed uitgevoerd, een goede manier van bewegen. Je beweegt namelijk in een vrij rechte lijn, wat minder belastend is voor je hond.
Aan de andere kant bepaal jij het tempo en de duur, waardoor je je hond kunt overbelasten wat, vooral in de groei, funest kan zijn voor zijn gewrichten.
Wanneer hond mee langs de fiets
Fietsen met je hond kan voor zowel jou als je hond heel gezond zijn. Je beweegt voornamelijk in een rechte lijn, wat veel minder belastend is voor pezen en gewrichten dan bochten draaien. Er zijn wel omstandigheden waarin je hond beter niet mee kan rennen langs de fiets. Jij bent namelijk degene die het tempo aan geeft, waardoor je hond overbelast kan raken.
Heb je bijvoorbeeld nog een puppy, dan is het misschien verstandig om nog even te wachten met het rennen langs de fiets.
De meeste mensen zijn het er over eens dat het sowieso slim is om te wachten tot je hond minimaal 6 maanden oud is.
Als je een hond van de grote rassen, zoals een sint Bernard, hebt kun je zelfs beter wachten tot ze een jaar zijn.
Als je het helemaal veilig wilt spelen volg je de mensen die zeggen dat je beter kunt wachten tot je hond helemaal uitgegroeid is. Dit is meestal als ze 1 a 1,5 jaar oud zijn.
Rustig opbouwen
Bouw de afstand hoe dan ook rustig op en zorg dat je niet te snel fietst. Een rustige draf, een snelle variant van de stap waarbij je hond alle vier de voeten om de beurt verplaatst, is het juiste tempo om te fietsen.
Fiets je te snel, dan zal je hond over gaan in telgang, de poten twee om twee bewegen, of galop, een soort golvende springende beweging, wat veel vermoeiender en meer belastend voor hem is.
Vraag bij twijfel je dierenarts om advies, deze kent je hond en kan je dus preciezere richtlijnen geven.
Pas op met hitte
Als het warm is kan je hond makkelijk oververhit raken als je met hem fietst. Dit komt nog veel te vaak voor omdat het gevaar vaak wordt onderschat (zie ook hond in de zomer).
De temperatuur van asfalt kan in de zon snel op lopen. Bij hoge temperaturen kunnen honden hun pootjes branden aan het asfalt, maar ook als het asfalt net onder die temperatuur is kan het voor je hond al hinderlijk zijn, aangezien honden via hun voetzolen zweten.
De vuistregel is niet met je hond fietsen als het warmer dan 20 graden is.
Natuurlijk moet je altijd goed naar je hond en het weer kijken. Zo heeft een husky het bijvoorbeeld sneller te warm en voelt een dag waarop de zon vol schijnt bij de zelfde temperatuur warmer dan een bewolkte dag.
Neem altijd voldoende water mee voor je hond en laat hem regelmatig iets drinken. Zo help je hem afkoelen en voorkom je uitdroging.
Net als mensen moeten honden conditie opbouwen voordat ze lange stukken mee kunnen langs de fiets. Vergelijk het met hardlopen voor mensen. De ene persoon zal direct verder en sneller kunnen rennen dan de andere, maar het is voor niemand verstandig om direct mee te doen aan een marathon.
Hoe meer je fiets, hoe meer je hond verwacht
Fietsen met de hond wordt door sommige mensen gezien als een manier om je hond snel en makkelijk uit te putten. Het is inderdaad goed voor je hond om conditie op te bouwen, maar er zit ook een keerzijde aan. Een hond die vaak fiets, en dus een betere conditie heeft dan gemiddeld, gaat die beweging ook verwachten en nodig hebben om zich goed te voelen. Ook als het hard regent of te warm is om even te fietsen.
Vergelijk het weer met mensen, sporters hebben een energie overschot als ze opeens niets meer zouden doen. Gaat het je puur om het uitputten van je hond, dan is hersenwerk of speuren geschikter, aangezien je dat altijd kunt doen en het voor je hond ook heel vermoeiend is.
Hond leren om mee te rennen langs de fiets
De meeste mensen hebben niet de luxe dat je hond veilig los kan rennen vanaf het moment dat je weg fietst. Dus zal je hond netjes aan de lijn naast de fiets mee moeten leren lopen.
In verband met de verkeersveiligheid leer je je hond altijd rechts naast de fiets te lopen.
Oefen eerst met je hond terwijl je zelf ook naast de fiets loopt. Beloon hem als hij zonder te trekken naast de fiets blijft lopen. Vindt je hond de fiets spannend, loop dan eerst tussen je fiets en je hond in.
Zodra je hond netjes mee loopt kun je heel langzaam een stukje fietsen. Je houdt de riem in je hand of bevestigt hem aan een een speciale fietsbeugel.
Als je hem in je hand houdt zorg dan dat je hem zo vast hebt dat je hem kunt laten schieten als er iets raars gebeurd. Wikkel de riem dus nooit om je hand, pols of stuur.
Als je een speciale fietsbeugel aanschaft, let er dan op dat er een veiligheidsmechanisme op zit waardoor hij los schiet als je bijvoorbeeld allebei een andere kant van het paaltje kiest. Over het algemeen vangt een fietsbeugel klappen van onverwachts trekken beter op dan wanneer je de lijn in je hand houdt en is er dus een kleinere kans dat je omgetrokken wordt.
Het is in ieder geval beter om een tuigje te gebruiken dan een gewone halsband zodat je voorkomt dat je hond klappen met zijn nek op moet vangen.
Zodra je hond als je rustig fiets netjes met je mee kan lopen kun je het tempo en de afstand rustig op gaan bouwen. Fiets altijd zo langzaam dat je hond in draf met je mee kan blijven lopen. Een hond in draf verplaatst zijn vier poten om de beurt. Fiets je te snel, dan zal je hond over gaan in telgang, de poten twee om twee bewegen, of galop, een soort golvende springende beweging. Telgang en galop zijn veel vermoeiender en belastender dan draf. Aangezien niet je hond maar jij bepaald hoe ver en hard je gaat en je meestal over een harde ondergrond fietst zijn deze gangen dus niet aan te raden.
Als je echt van plan bent om grotere afstanden met je hond te gaan fietsen kun je beter een goed opbouw schema volgen. Contoleer regelmatig de pootjes en voetkussentjes van je hond op overmatige slijtage of andere verwondingen. Twijfel je of je hond het aan kan, overleg dan even met je dierenarts.
Hond vervoeren in een fietskar of mand voorop
Wil je echt grote afstanden fietsen, of heb je een hond waarvoor het (nog) niet gezond is om langs de fiets mee te rennen, dan zijn er mogelijkheden om je hond met de fiets te vervoeren.
Hond in een mandje voorop
Voor kleine honden is in een mandje voorop meestal de makkelijkste oplossing.
Let wel op dat je er een koopt waar je hond niet zomaar uit kan springen. Sommige manden hebben een soort kooi bovenop om dit te voorkomen en bij anderen zet je je hondje met een lijn vast.
Als je je hond vast zet is het veiliger om een tuig te gebruiken, zodat je hond zich niet aan zijn nek op kan hangen mocht hij toch een manier vinden om er uit te springen.
Honden Fietskar
Als je hond groter of zwaarder is kun je beter voor een kar achter je fiets kiezen. Een bijkomend voordeel van een fietskar is dat je hond enigszins beschut zit en dus minder snel last krijgt van hitte of kou.
Het formaat en de stabiliteit die de kar nodig heeft hangt van het formaat en de bewegelijkheid van je hond af. Let ook op hoe de kar open gaat. Is het bijvoorbeeld makkelijk om je hond in en uit te laten stappen en zijn er voldoende ventilatie mogelijkheden voor gebruik op warmere dagen.
Voordat je echt gaat fietsen met je hond in de mand of in de fietskar kun je hem er beter eerst aan wennen. Zet de kar of mand eerst in de woonkamer neer, zorg er wel voor dat hij geen rare bewegingen kan maken en niet om kan vallen als je hond er in klimt. Als je hond niet angstig op de kar of mand reageert, kun je hem aanmoedigen om er naar toe te gaan door er bijvoorbeeld een hondenkoekje in te leggen. Gaat hij er zonder problemen in en uit, zet hem dan even vast en geef hem een snack om ondertussen op te eten. Als dat goed gaat kun je de fietsmand of hondenkar aan je fiets bevestigen en daar de stappen herhalen. Gaat dat goed, loop dan een klein stukje met je fiets en als dat goed gaat kun je een klein stukje gaan fietsen.
Plan de eerste keer geen tocht die uren duurt. Je wilt dat je hond het leuk gaat vinden om in de fietsmand of fietskar mee te gaan. Door de eerste keren al snel op een leuke plaats uit te komen creëer je een positieve associatie en kun je later langere stukken gaan fietsen.
